Algemeen

“Dit is niet mijn handtekening”

Dit is niet mijn handtekening

In de praktijk komt het regelmatig voor dat iemand zich het door het plaatsen van een handtekening onder een onderhandse akte (een overeenkomst, een besluit of bijvoorbeeld een opgave van werkzaamheden) niet meer kan herinneren en soms ontkent zo iemand zelfs de echtheid van een hem/haar voorgehouden handtekening (en zou het dus om een vervalsing gaan).

Onlangs heeft ons hoogste rechtsorgaan zich nog eens over de uitleg van het betreffende artikel 159 lid 2 Rv uitgelaten (ECLI:NL:HR:2019:572) welke er op neer komt dat niet degene die ontkent de handtekening te hebben geplaatst zijn stelling moet bewijzen (een simpele, eenvoudige verklaring volstaat) maar dat degene die zich op de echtheid van die handtekening beroept de bewijslast draagt.

Zo lang dus niet wordt bewezen wie de werkelijke ondertekenaar is komt aan zo’n onderhandse akte geen bewijskracht toe. In deze door de Hoge Raad behandelde zaak hielden degenen die zich beriepen op de “vervalsing” er overigens rekening mee dat zou blijken dat de handtekening toch wél door hen was geplaatst maar daarmee wijzigde de voornoemde bewijslastverdeling niet. .

 

© 2020 Van de Wint Legal.