Verschijnen voor de rechtbank? Het belang van non verbale communicatie op de zitting in civiele zaken
Moet u verschijnen voor de rechtbank? In dit artikel een paar simpele en praktische tips waar u tijdens zo’n persoonlijke verschijning uw voordeel mee kunt doen.
In bijna alle civiele procedures en altijd in een KortGeding dienen partijen op enig moment persoonlijk voor de rechter te verschijnen (betreft het een rechtspersoon dan is het de vertegenwoordiger daarvan). Op die manier kan de rechter zich rechtstreeks door de procespartijen zelf laten informeren in aanvulling op de informatie zoals aan hem of haar gepresenteerd door de advocaten. Zo’n persoonlijke verschijning (in procestermen comparitie genoemd) leidt vaak tot stress bij partijen (zeker als er lastige vragen over de zaak worden gesteld) en dat uit zich mede via lichaamstaal. Het lijdt geen twijfel dat dat invloed kan hebben op de oordeelsvorming van de rechter.
Hier volgen een paar simpele en praktische tips waar u tijdens zo’n persoonlijke verschijning uw voordeel mee kunt doen.
Houd uw handen rustig en in het zicht (boven tafel). Uit onderzoek blijkt dat het verbergen van handen tijdens een gesprek tot wantrouwen leidt bij de gesprekspartner.
Zit zoveel mogelijk stil en realiseer u dat als u onder de tafel met uw voeten aan het “tikken” bent dat vaak ook aan uw (wel zichtbare) bovenlichaam is te zien.
Houd normaal oogcontact met de rechter (vermijd in ieder geval geen oogcontact). U mag er in beginsel van uitgaan dat de rechter professioneel en onbevooroordeeld is. De rechter is degene met wie u, naast uw eigen advocaat, op de zitting communiceert en niet met die vervelende wederpartij en zijn advocaat, tenzij er door de rechter gelegenheid wordt geboden om daarmee te onderhandelen en u bereid bent ( u bent daartoe niet verplicht) van die gelegenheid gebruik te maken. Mocht het zover komen in de rechtszaal probeert u dan ook met uw lichaamshouding (wellicht ondanks alles) respect te tonen voor uw gesprekspartner door u tijdens zo’n gesprek naar hem of haar toe te wenden. U mag er van uitgaan dat de rechter dat ziet.
Anders dan voor de rechter en de advocaten (die een toga met bef dragen) gelden voor u geen kledingvoorschriften in de rechtszaal. De manier waarop u zich kleedt valt misschien juist daardoor op. Mij lijkt het beste dat u zich zo neutraal mogelijk kleedt, niet te netjes en niet slordig.
Overigens is het ook weer niet de bedoeling dat u zich in allerlei bochten wringt om maar goed op de rechter over te komen. Mocht u tijdens de zitting het vertrouwen in de onpartijdigheid van de rechter verliezen door de manier waarop hij uw zaak behandelt (en dat kan ook non verbaal zijn) en wekt hij (duidelijk) de schijn van vooringenomenheid dan is er voor u de mogelijkheid om een verzoek tot wraking te doen (artikel 37 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). U doet er overigens goed aan om alvorens zo’n verzoek te doen wel eerst met uw advocaat te overleggen. Maar daarover meer in een volgende blogpost.