Bij publicatie van een artikel op een website is vaak niet duidelijk wie eigenlijk de (echte) auteur is. Als deze wel bekend is wordt er (uiteraard afhankelijk van de inhoud van de site) vaak van uitgegaan dat dit de domeinnaamhouder is, maar dat hoeft niet zo te zijn. De auteur met kwade bedoelingen kan zich met zijn publicatie willen verschuilen en in de anonimiteit willen blijven. Hoe dan toch die publicatie, indien die onrechtmatig tegenover u of iemand anders is, te stoppen als die obscure auteur via een (slimme) constructie niet te achterhalen is?
In eerste instantie zal, indien overduidelijk sprake is van onrechtmatigheid, een zg. “notice and take down verzoek” aan de Stichting Domeinregistratie Nederland (SIDN) voor de hand liggen. Maar in een zaak welke recent werd behandeld door de Voorzieningenrechter Midden Nederland (C/16/468060 / KG ZA 18-613) wilde SIDN daaraan pas meewerken na een uitspraak daarover door de rechter.
De rechter stelt in deze (verstek)zaak eerst vast dat de publicatie (van de artikelen) op de website onrechtmatig is en dat de (identiteit van de) auteur daarvan niet is te achterhalen door de gebruikte juridische constructie. In dat geval dient de domeinnaamhouder te worden aangesproken zoals eisers ook hebben gedaan. Hier kon in het midden blijven of deze ook hosting provider is nu haar aansprakelijkheid primair gebaseerd was op onrechtmatige daad artikel 6:162 BW (voor zover vereist in combinatie met artikel 6:196c lid 4 jo lid 5 BW).
De rechter overweegt in deze zaak onder meer:
“Gedaagde heeft er namelijk door de constructie op naam van een derde voor gezorgd dat de auteur van de artikelen onbekend blijft en zij heeft niet adequaat gehandeld nadat zij ermee bekend is geworden dat deze auteur onrechtmatige content heeft geplaatst op de website die onder haar domeinnaam hangt, terwijl eisers onbetwist hebben gesteld dat gedaagde de artikelen kan verwijderen en de website buiten gebruik kan stellen” en voorts “dit bevestigt de indruk dat gedaagde doelbewust faciliteert dat auteurs anoniem en zonder consequenties onrechtmatige content kunnen plaatsen op de websites die hangen onder de domeinnamen van gedaagde”
Zoals in deze zaak gevorderd door eisers besliste de rechter met eerder genoemde overwegingen dat indien de domeinnaamhouder (gedaagde) de artikelen niet verwijdert zij dient mee te werken aan het buitengebruikstellen van de gehele website terwijl bij gebreke van dat laatste dit vonnis in de plaats van de benodigde medewerking zal treden en dit vonnis zal gelden als een verzoek namens gedaagde aan SIDN tot buitengebruikstelling van de website. SIDN zal ongetwijfeld zonder enig risico voor haarzelf aan zo’n verzoek gevolg willen geven.
Het vonnis is overigens wat dit onderdeel betreft al uitvoerbaar na het verzenden van een eenvoudig mailtje aan de gedaagden. Gelukkig maar voor eisers: zij hoeven daarvoor nu niet de normale internationale betekeningsweg te volgen nu gedaagden gevestigd zijn in Charlestown (Saint Kitts and Nevis)….